ter gelegenheid van de Expositie in ‘Het Glazen Huis’ Amstelpark, Amsterdam
4 tot en met 24 december 2012
tekst Marcel Möller
“Na dat mondaine opeens het andere uiterste”
Het opmerkelijke levenspatroon van Hester van Dapperen
Ze verdiende haar sporen als modeontwerpster bij Oilily en Mexx. Op haar dertigste had ze al de hele wereld afgereisd. Maar ze verruilde de grote buitenwereld voor haar eigen binnenwereld en koos voor een onzeker bestaan als kunstenaar. Ook al was ze afgewezen voor de kunstacademie, succes bleef niet uit.
Gulle lach, stevige handdruk, twinkelende ogen. Hester van Dapperen (1960) ontvangt me in haar atelier in Amsterdam Zeeburg. Ze is net terug uit Portugal, waar zij en haar man een tweede woon- en werkplek hebben. “Portugal is een plek voor inspiratie. Het licht is daar ontzettend mooi. Helderder, knisperiger. De zon schijnt in de doeken die ik daar maak. Dat merk ik als ik ze hier uitpak. Ik kan de wereld hier weer beter zien als ik daar ben geweest.”
“We leven er tussen de boerenbevolking en verbouwen zelf ook tomaten, aubergines en courgettes of plukken passievruchten en olijven. Wij zijn van de supermarktgeneratie en dan is het een avontuur om het allemaal te zien groeien. Tomaten moet je vandaag plukken, want morgen regent het en zijn ze niet lekker meer. Het is goed om zo in de natuur te leven. Je krijgt ook meteen voldoende fysieke beweging. In Nederland kun je elke dag naar de supermarkt en heb je altijd tomaten, in plastic verpakt. Vanuit mijn atelier zie ik dan weer al die joggers en voorbijgangers die met hun mobieltje spelen. Ik doe er zelf ook aan mee, dus ik ga het niet veroordelen. Maar ik moet er wel om grinniken. Ik houd erg van het stadse leven, maar ik zie ook het kunstmatige ervan.”
Beurskoersen
Haar atelier is opgeruimd voor de atelierroute Zeeburg. Een beetje verstopt staat een industriële naaimachine. Verder vooral veel schilderijen. Sommige af, andere in wording. Naast abstracte doeken een serie portretten van mannen in blauwe of rode pakken. “Die zijn geïnspireerd op een foto van de Beatles op het hoogtepunt van hun roem. Ik heb ze neergezet als bankmannen: de machtige mannen van de beurs. Ze zitten aan elkaar vast met dat hele kleine zilveren draadje. Als er één omvalt, vallen ze allemaal om. Op de achtergrond zie je roze draden. Dat zijn de beurskoersen. Voor heel veel mensen bepalen die het leven. ’s Nachts gloeien die rood op.”
Sinds een jaar of tien werkt Hester op transparante doeken met daarachter een tweede laag. Door de eerste laag heen zie je diepte, schaduwen en soms een tweede beeld op de achtergrond. “Soms borduur ik, maar meestal verf ik op het transparante materiaal. Dat vinden mensen heel bijzonder. Mensen willen mijn doek vaak aanraken: (be)grijpen noem ik dat. Dat vind ik erg leuk, dat je je handen nodig hebt om het complete beeld te krijgen. Dat je je zintuigen moet gebruiken.”
De geportretteerden zijn vaak opvallend gekleed en Hester werkt veel met borduursels, hechtingen en patchwork.
Het bloed kruipt kennelijk waar het niet gaan kan: na de modeacademie in Amsterdam was ze tien jaar lang zeer succesvol als modeontwerpster. Eerst bij Oilily waar ze werd geselecteerd uit tweehonderd sollicitanten. “Er kon daar heel veel. Elk jaar deed ik een beetje nieuwer en een beetje gekker. Bijzonder was dat het niet op tekening ging zoals gebruikelijk, maar dat ik zelf de patronen op ware grootte knipte. Samen met de naaister ging ik die dan uitwerken. Daarom is die kleding ook zo duur. Maar wel heel bijzonder. Van die periode bij Oilily heb ik mijn hele leven profijt gehad. Omdat je zo ontzettend gedetailleerd en driedimensionaal leerde denken.”
Ali Baba
De baan bij Oilily leidde tot de eerste van vele verre reizen. “Sommige modellen werden in India gemaakt. Dat was echt héél bijzonder. De stoffen werden gedrukt waar ik bij stond. Ik zat op de grond met allerlei stoffen om me heen. Dan zei ik ‘dat wil ik in die stof, dat in die stof’. Ik voelde me een soort Ali Baba in de schatkamer.”
Maar na een jaar of vier wilde ze toch verder. “Toen heb ik een open sollicitatie naar Mexx gestuurd. Toevallig op het goede moment, want ze zochten daar een ontwerpster. Mexx was toen heel erg hot. Al na een jaar werd ik hoofd van het ontwerpteam. Het was een soort droombaan. Ik reisde de hele wereld over. Ben een paar keer in New York geweest. Daar hadden ze op mijn verjaardag zo’n enorme witte filmsterrenlimousine met een bar en tv voor mij en het hele ontwerpteam geregeld. Dat was echt geweldig. Ik had een eigen kantoor in Hong Kong, waar ik een aantal keer per jaar een week of twee, drie was. Ik ging naar Tokyo, Bangkok en allerlei plekken in Europa. Beurzen bezoeken en winkelen. Ik maakte zestien collecties per jaar, dus ik was altijd op zoek naar inspiratie. Dat reizen hielp me om steeds weer ververst met nieuwe ideeën en invalshoeken nieuwe ontwerpen te bedenken.”
Elke keer als het over haar successen gaat begint Hester te lachen. Ze was niet uit op succes, het overkwam haar meer. Een talent dat goud uit stro kan spinnen, zoals uit het sprookje ‘Repelsteeltje’? Bij Mexx vonden ze van wel. “Ik was daar eigenlijk totaal vrij. Op een keer kwam de directeur binnen en die zei ‘Hester, ik weet niet wat je aan het doen bent, maar ga vooral zo door. Want het gaat hartstikke goed.’ En toen moesten we allebei heel erg lachen. Ik vond het echt super, want ik mocht gewoon alles zelf bedenken. De stoffen werden speciaal voor Mexx gemaakt, ze kochten niet op de beurs in Duitsland of Frankrijk. Daardoor hadden ze echt een eigen handschrift. Dat was tegelijkertijd ook het kwetsbare, want je moest elke keer weer met een nieuw idee komen. Ik moest ook door mijn eigen onzekerheid heen. Zou mijn idee kloppen en zouden mensen het graag dragen? Ik werkte altijd onder druk. Want je was daar zo goed als je laatste collectie.”
Kraakpand
Na een nomadisch bestaan van zeven jaar bij Mexx was de uitdaging weg. “Reizen is heerlijk. Het relativeert. Je neemt de dingen meer zoals ze zijn. Maar op een gegeven moment werd ik reismoe. Ik was vier tot zes maanden per jaar op reis. Een leven in hotelkamers en altijd weer die koffer inpakken en uitpakken. Ik wilde gewoon in Nederland zijn. Lekker in Amsterdam op een terrasje zitten of naar een feestje of een expositie gaan. Toen ben ik gaan freelancen voor bedrijven. Dat vond ik ook heel erg leuk, ook omdat ik wat meer tijd en meer rust kreeg om ernaast te gaan schilderen. Daar lag toen mijn verlangen. Ik had al die jaren steeds het idee gehad dat ik langs de oppervlakte scheerde. Ik wilde naar de onderliggende dimensies. Ik wilde voelen hoe ik in het leven stond. Voelen wat er nog meer is. Voelen wie ik zelf was. Dat liedje I’ve never been to me van Charlene gaat daarover. Je hebt de hele wereld gezien, maar jezelf niet. Dat liedje zat toen steeds in mijn hoofd.”
I’ve been to Nice and the isle of Greece, where I sipped champagne on a yacht.
(…) I’ve been to paradise, but I’ve never been to me.
De carrièreswitch had vergaande gevolgen. Financieel en emotioneel. “Ik ben toen alles kwijt geraakt: mijn huis, mijn auto, zelfs mijn partner. Na dat mondaine opeens het andere uiterste van het leven. Maar als je niets hebt, sta je ook weer vrij in de wereld. Ik koos ervoor om in een gekraakt pand te gaan wonen en werken, ergens op een vergeten plek aan de rand van Amsterdam bij de Nieuwe Meer. Een kunstenaarskolonie met vriendelijke mensen. Een creatieve, vrije en blije plek. Ik moest het schilderen weer helemaal oppikken, want sinds m’n twintigste had ik er niets meer aan gedaan. Toch verkocht ik meteen al, maar ik heb dat toen wat afgehouden omdat ik me eerst wilde ontwikkelen. Ik wilde het schildersvak helemaal onder de knie krijgen: licht en donker, mensen goed neer kunnen zetten. Toen ben ik heel veel model gaan schilderen.”
“Na een tijdje kreeg ik wat meer lef. Dankzij een beurs kon ik een masterclass van, de bekende Duitse schilder, Jörg Immendorff volgen. Op een gegeven moment wilde ik er wel mee naar buiten en ben ik gaan exposeren. Die modelschilderijen verkochten meteen goed. Zo goed dat ik na een tijdje kon stoppen met freelance ontwerpen. Het was fijn om alle tijd en rust voor het schilderen te hebben. Ik heb een jaar of acht figuratief geschilderd tot ik het in m’n vingers had. Maar opeens was het alsof er een zandloper werd omgekeerd. Van dat is nu klaar, dat kan ik en nu ga ik verder. Ik had de behoefte om mijn eigen handschrift neer te zetten, mijn eigen weg te zoeken. Ik ben steeds abstracter gaan schilderen, tot het alleen nog maar kleurvakken, color fields, waren. Rothko is daar heel bekend mee geworden.”
Hester van Dapperens werk blijkt mensen aan te spreken en inmiddels leeft ze al twaalf jaar van de verkoop van haar schilderijen. Dat is best bijzonder in een tijd waarin veel kunstenaars het zonder subsidie niet redden. Hester: “Meestal gaat het van mond tot mond en via internet. Zo breidt het netwerk van geïnteresseerden zich steeds vanzelf uit. Ook word ik gevraagd om mee te doen aan exposities. In december heb ik een solo-expositie in Het Glazen Huis, een expositieruimte in het Amstelpark in Amsterdam.”
Guppie
Hester komt uit een artistiek nest. Vader architect, moeder kunsthistorica. “Het was altijd heel creatief en vrij thuis. Alles kon, niets was te gek. We hadden een theaterclub en een creatieve club. Mijn ouders tekenden en schilderden allebei, ook op vakanties. Als we weer thuis waren gingen wij niet de foto’s bekijken, maar de tekeningen en de schilderijen. Al vanaf drie jaar zat ik altijd in een hoekje te tekenen of te schilderen. Eindeloos proberen en dingen maken. Vanaf een jaar of twaalf ook kleding. Maar die viel soms al na één keer wassen uit elkaar doordat ik helemaal niet wist hoe dat moest. Mijn moeder zei altijd: ‘als je het afmaakt, dan krijg je van mij het geld van de stof’. Dat was een stimulans. Daardoor maakte ik alles af. Maar ik ben het enige kind dat kunstenaar is geworden. Mijn broer en beide zussen zijn op hun manier ook creatief, maar zijn niet de kunst ingegaan. Ieder vindt kennelijk zijn eigen weg.”
Na de middelbare school in Bussum wilde ze naar de kunstacademie in Arnhem. “Daar kreeg je eerst een algemeen jaar en daarna de specialisatie mode. Dat leek me fijner dan alleen mode. Maar ik werd helaas niet toegelaten. Ze hebben me totaal verkeerd beoordeeld. Maar zeg dat maar eens als je nog zo’n guppie bent. Toch zei ik tegen mezelf ‘ik ga het gewoon redden’ en ben naar de modeacademie in Amsterdam gegaan. Montagne heette dat toen. Ik dacht ‘ik doe het een jaar en ga dan naar Arnhem’. Maar het was zo leuk in Amsterdam dat ik gebleven ben. Het was super. De stad bruiste en de opleiding was inspirerend. Creëren, van niets iets maken. Nieuwe dingen bedenken, alsmaar een stapje verder gaan. Verrassen, vernieuwen. Onbewust zocht ik eigenlijk altijd een andere insteek om de opdracht te doen. Leraren zeiden dan vaak ‘dat was niet de bedoeling!’ Maar uiteindelijk waren ze altijd enthousiast.”
“Ik ben eigenlijk nog steeds blij als een schilderij verkocht wordt.”
Saatchi
Sinds een paar jaar wordt Hesters werk verkocht via de online galerie van Saatchi. Onlangs stond ze met een schilderij voorop de newsletter van de galerie van de bekende Engelse kunstverzamelaar en reclameman. “Bij Saatchi zitten kunstenaars van over de hele wereld, dus ik was er heel blij mee.
Dat schilderij is naar de Verenigde Staten gegaan. Ik vond de e-mail dat het schilderij was verkocht pas twee dagen later in de spambak van mijn computer. Die had het voor reklame aangezien. Daar moest ik erg om lachen.
Ik heb mezelf altijd een beetje afgeschermd voor publiciteit. Vroeger vond ik het gedoe of heftig. Ik weet het niet precies. Maar opeens zag ik de leuke kant. Ik vind het fijn als er meer mensen van genieten. Bijna al mijn werk vindt een plek bij een bedrijf of particulier. Soms via mijn website. Dit schilderij staat klaar voor transport naar Canada.
Ik heb bijna geen voorraden.
Dat vind ik zelf ook verrassend. Ik ben eigenlijk nog steeds blij als een schilderij verkocht wordt.” (Lacht.) “Oh, wat geweldig. Iemand wil het aan de wand hangen. Ze hebben er iets mee, ze hebben er zoveel mee dat ze er geld voor over hebben. Dat is een extra stimulans om door te schilderen. Of er verf en kwasten van kopen.”
Hoe mijn dag eruit ziet? “’s Morgens doe ik vaak allerlei praktische dingen: e-mailen en bellen. ’s Middags en ’s avonds schilder ik. Eigenlijk ben ik altijd bezig, ook in het weekend. Zelfs in Portugal werk ik zes uur per dag aan m’n schilderijen. Ik dacht toen ik uit de mode stapte dat de drukte voorbij zou zijn. Maar het past gewoon bij me heb ik ontdekt. Als je iets goeds wilt maken, moet je hard werken. Door de verkopen zijn er nu gaten geslagen in de series. Dus ik moet heel hard aan het werk voor de expositie december. Ik heb veel dingen aan de kant gezet voor het schilderen. Ik zong en kookte in een restaurant, maar ben daar mee gestopt. Ik moet ook vaak nee zeggen tegen leuke dingen en gezellige afspraken. Ik heb mijn rust en mijn concentratie nodig. Tot ik helemaal ongelukkig word van het niemand zien. Dan maak ik gauw weer afspraken. Want ik vind het voedend om mensen te zien.”
Onaf
Ook in haar figuratieve werk spelen mensen uiteraard een belangrijke rol. Naast de mannen in pakken, werkt ze aan een serie schilderijen met bewegende figuren. “Die dansen, lopen of rennen onbevangen in een stadslandschap. Het zijn kwetsbare wezens in een industriële omgeving. Ik vind het iets absurdistisch hebben. Alsof ze uit hun originele omgeving zijn gerukt en in zo’n stadse omgeving zijn geplaatst.”
Hester noemt zichzelf een conceptuele schilder. “Ik ga uit van een idee. Dat werk ik uit in een serie schilderijen. De mannen in pakken en de bewegende mensen vormen samen de serie ‘transparante ruimte’. Elk doek heeft zijn eigen verhaal. De figuren zijn vaak niet helemaal ingevuld, ze hebben iets onafs. Ik kan wel echte portretten maken, maar dit vind ik interessanter. Er zit een soort ruimte in voor een eigen interpretatie. Veel mensen die naar mijn schilderijen kijken leggen er hun eigen verhaal in. Doordat iemand anders er naar kijkt groeien ze verder.”
“Wat ik eigenlijk wil laten zien? Mijn zoektocht naar wat mensen zijn, denk ik. De magie in mensen. We weten de wereld toch naar een hoger niveau te trekken. Aan de andere kant zit er ook iets destructiefs in de mens. We zitten op een kwetsbare planeet die ook maar ergens in het heelal ronddraait”. (Weer die gulle lach.) “En we doen gewoon alsof het allemaal maakbaar is.”
Werk van Hester van Dapperen kunt u bekijken op haar websites www.dapperen.nl www.dapperen.com en bij www.saatchiart.com/dapperen
Atelierbezoek op afspraak.